Een kind kan soms zulke grote problemen of zorgen ervaren, dat u als ouder of verzorger uw kind niet meer weet te helpen. Uw kind heeft bijvoorbeeld een negatief zelfbeeld, weinig eigenwaarde, is vaak boos, angstig of verdrietig, of klaagt regelmatig over onverklaarbare buikpijn of hoofdpijn. Soms verandert het gedrag van uw kind of heeft het last van stemmingswisselingen. Of uw kind ervaart problemen in contacten met leeftijdgenootjes, wordt gepest of pest zelf.
Nog enkele voorbeelden van gedrag waarbij speltherapie hulp kan bieden:
- plotseling teruggetrokken of juist extreem druk gedrag
- niet meer willen eten
- nachtmerries of slecht slapen
- plotseling bang in het donker
- snel prikkelbaar
- onverwachte hevige woede-uitbarstingen of veel huilen
- moeite met concentreren
- faalangst
Speltherapie is ook geschikt als uw kind een aanwijsbare traumatische gebeurtenis of verlieservaring heeft meegemaakt en daardoor stagneert in zijn of haar ontwikkeling. Of misschien zelfs terugvalt in de ontwikkeling, waarbij het bijvoorbeeld weer gaat bedplassen. Er kan dan sprake zijn van een verstoorde rouwverwerking. Voorbeelden van traumatische gebeurtenissen of verlieservaringen zijn:
- overlijden van een geliefd persoon
- echtscheiding
- verhuizing
- een ongeluk
- een ziekenhuisopname, operatie of ernstige chronische of levensbedreigende ziekte van het kind of van een geliefd persoon
- slachtoffer of getuige van fysiek, geestelijk of seksueel geweld
- een ramp
- oorlog